Algemeen
Een konijn lijkt een makkelijk huisdier. Een hok, wat stro, en verder weinig werk.
Het is goed om te bedenken wat konijnen nodig hebben voordat u tot aanschaf over gaat. Konijnen hebben voldoende ruimte nodig (voor 2 kleine konijnen komt een hok al snel op minimaal 160x60x50 cm), ze vinden het niet fijn om alleen te leven en niet elk konijn houdt ervan om geknuffeld te worden (let dus op met aanschaf voor kinderen).
Als u voldoende ruimte en tijd voor ze heeft en goed nagedacht heeft over de aanschaf, zijn het erg leuke huisdieren! Het zijn hele slimme dieren, ze zijn zindelijk te maken en het is mogelijk ze verschillende dingen te leren.
De beste combinatie is een mannetje (rammelaar) en vrouwtje (voedster) samen. Twee mannetjes samen gaan meestal vechten en kunnen elkaar flink verwonden. U kunt ervoor kiezen om jonge konijntjes aan te schaffen via de dierenwinkel, maar denk ook eens aan een konijnenopvang. Daar zitten vaak jonge konijntjes, maar ook volwassen konijnen die een nieuw huisje zoeken. Vaak zijn de mannetjes en vrouwtjes al aan elkaar gekoppeld en weet u zeker dat ze al aan elkaar gewend zijn.
Afspraak maken
Konijnenvoeding
De juiste voeding is erg belangrijk voor het konijn om oa gebits- en darmproblemen te voorkomen.
Het dieet moet altijd bestaan uit
Onbeperkt hooi
20 gram konijnenvoer per kilogram lichaamsgewicht
Groente en fruit, maar wel beperkt
Zeer beperkt snoepjes!
Geen lik of knaagstenen
Hooi moet altijd ad lib (onbeperkt) aanwezig zijn, dit zorgt voor een goede vertering. Het konijnenvoer moet bestaan uit bikskorrels, dus geen gemengde granenvoeding. Het konijn gaat dan selectief eten en laat de biks meestal liggen. De hoeveelheid moet beperkt worden tot de 20 gram per kilogram konijn, anders gaat het konijn minder hooi eten en worden de blindedarmkeutels niet opgegeten. Daarnaast worden ze vaak ook te dik en krijgen ze te veel calcium binnen. Hierdoor kan het konijn blaaszand of blaasstenen krijgen.
De blindedarm keutels (caecotrofen) zijn donkere en wat zachtere keutels dan normale keutels (deze zijn rond, stevig en wat lichter van kleur) en komen vaak in trosjes. Je hoort deze blindedarm keutels niet te zien, het konijn eet deze rechtstreeks uit de anus op. Bij de eerste passage van voer door de darm worden niet alle voedingsstoffen eruit gehaald, dit gebeurt bij de tweede passage door het maagdarm kanaal.
Indien deze blindedarm keutels niet opgegeten worden blijven deze meestal plakken aan de achterhand. Dit wordt vaak ten onrechte aangezien als diarree, maar wijst dus vaak op een voedingsprobleem. Deze vieze achterhand geeft in de zomer een groter risico op maden (zie ook: maden bij het konijn)
Groente en fruit
Zorg voor niet te veel groenvoer in 1 keer. Geef maximaal 50-100 gram per kilogram lichaamsgewicht. Laat het konijn altijd langzaam wennen aan nieuwe soorten, door de hoeveelheid geleidelijk op te bouwen. Hieronder een lijst met geschikte en ongeschikte groenten. Fruit mag, maar zeer beperkt in verband met het risico op diarree en overgewicht door de suikers.
Geschikte groenten
broccoli
Basilicum
Boerenkool
Waterkers
Paksoi
Wortel en loof
Andijvie
Witlof
Peterselie (beperkt)
Paardenbloem
Selderij (beperkt)
Mosterdblaadjes
Weegbree
Romeinse sla
Wilde archillea
Spinazie (beperkt)
Ongeschikte groenten
Bieslook
Prei
Ui
Knoflook
Rabarber
Kool
Aardappel (schillen)
Konijnenziekte myxomatose
Myxomatose wordt veroorzaakt door het myxomavirus, een virus behorend tot de pokkenvirussen.
Verspreiding
Verspreiding van het myxomavirus is voornamelijk door stekende insecten, zoals vlooien, muggen en vliegen. Ook kan het virus overgebracht worden door direct contact (besmette dieren en materialen).
Symptomen
De incubatietijd (tijd van besmetting tot het krijgen van symptomen) is enkel dagen tot 2 weken. Het kenmerkende beeld van een konijn met myxomatose is de zwelling van de anus, mond en oogleden. De oren kunnen verdikt raken en warm aanvoelen. Ook kunnen er verdikkingen in de huid optreden. Verder zijn de konijnen algemeen ziek, ze zijn sloom en stoppen met eten.
Vaak is er ook sprake van een snotneus en is de ademhaling goed hoorbaar door de zwelling van de slijmvliezen in de neus. Er kan een longontsteking optreden en dan zal het konijn benauwd worden. Hier kan het konijn aan overlijden. Maar ook omdat het moeilijk/niet meer kan eten en drinken.
Behandeling
Omdat myxomatose een virusinfectie is bestaat er helaas geen medicijn tegen. We kunnen dus alleen de symptomen behandelen en maatregelen nemen. Helaas sterven de meeste konijnen alsnog.
Zet een ziek dier apart en binnen, zorg voor een warme omgeving. Laat uw konijn altijd door ons controleren om te kijken welke medicatie het dier nodig heeft. Indien het konijn is gestopt met eten, gaan we starten met dwangvoeren. Afhankelijk van de darmactiviteit starten we medicatie op om de darmen op gang te houden. We starten een pijnstiiller op en waarschijnlijk antibioticum. Soms moet het konijn ook extra vocht krijgen (onderhuids of via infuus).
Vaccinatie
De beste preventie tegen myxomatose is vaccineren. We vaccineren konijnen met het Nobivac Myxo-RHD plus vaccin. Deze beschermt tegen myxomatose, RHD 1 en RHD 2. Vanaf 5-7 weken is het konijn te vaccineren, voor een optimale bescherming adviseren we vanaf 7 weken te vaccineren. Na 3 weken is het konijn beschermd gedurende 1 jaar. Dit vaccin is ook te gebruiken bij drachtige konijnen.
Voor een optimale bescherming tegen myxomatose adviseren we een vaccinatie in de lente (april, mei, juni). In de zomer en herfst is de kans op besmetting met myxomatose het hoogst en dan is het konijn optimaal beschermd.
Preventie
Het voorkomen van het virus is met name gericht op het weren van insecten. Dit kan door middel van horren of gaas (klamboe). Denk ook aan het voorkomen van stilstaand water in de tuin (voorkomen voortplanting mug).
Zorg ervoor dat konijnen niet in contact met wilde konijnen kunnen komen. Vlooien bestrijding door bijvoorbeeld gebruik van stronghold.
E. cuniculi
E. cuniculi (encephalitozoon cuniculi) is een protozo die het konijn kan infecteren. Een konijn besmet zich met deze parasiet door urine van een ander konijn of via de placenta (moeder-kind). Veel konijnen zijn besmet, maar hebben geen klachten, omdat een infectie ‘latent’ aanwezig kan zijn. Door bijvoorbeeld stress bij het konijn (zoals een operatie, verhuizing, een vaccinatie) en hierdoor een verminderde weerstand, kunnen deze parasieten zich gaan vermeerderen. Het lichaam reageert met een ontstekingsreactie en dan kunnen er symptomen gaan ontstaan.
Symptomen
Afhankelijk van waar de ontstekingsreactie optreedt krijgt het konijn symptomen. Dit kunnen neurologische klachten zijn, zoals een scheve kopstand en evenwichtsproblemen, maar ook een verlamde achterhand of slepen met de achterpoten. Daarnaast kunnen blaas- en/of nierproblemen voorkomen, met klachten als veel drinken en plassen. Oogproblemen worden ook regelmatig gezien door een ontsteking in het oog. Het kan ook zijn dat het konijn vermagerd zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt.
Helaas is de diagnose pas met zekerheid te stellen na overlijden van het konijn door middel van pathologisch onderzoek. Een bloedtest kan aangeven of het konijn afweerstoffen heeft tegen de parasiet, maar dit wil niet altijd zeggen dat de ziekte daar ook door veroorzaakt wordt. De afweerstoffen worden namelijk ook bij bijna de helft van de gezonde konijnen gevonden.
Behandeling
Bij een vermoeden van E. cuniculi op basis van de klinische klachten gaan we vaak snel met een anti-parasiticum, fenbendazole, behandelen. Dit middel kan de parasiet niet doden, maar zorgt ervoor dat de ontstekingsreacties op de parasiet afgeremd worden en voorkomt dat de parasiet andere cellen infecteert, we willen de parasiet weer in het ‘latente’ stadium krijgen.
De rest van de behandeling is afhankelijk van de klinische symptomen die het konijn heeft.
Maden bij konijnen
Als het warm weer wordt is het oppassen. Regelmatig overlijden konijnen aan de madenziekte (myasis) die veroorzaakt wordt door een blauw-groene vlieg, genaamd Lucilia sericata.
Aan het eind van de lente/begin zomer, wanneer de dagen warmer worden en de luchtvochtigheid hoger zie je overal de beruchte blauw-groene "strontvliegen" weer. Ze ruimen uitwerpselen op van katten, honden, kippen etc. Maar ze zoeken ook vieze achterwerken van andere dieren zoals schapen, kippen, konijnen, etc.
De vliegen zoeken konijnen met vieze achterwerken, of konijnen die de lucht van diarree of urine bij zich hebben. Ook natte of slecht schoongemaakte hokken trekken deze vliegen aan. Ze leggen eitjes in aangekoekte uitwerpselen, op de natte vieze huid of in wonden. Meestal in de onderkant van de staart, maar ook wel tussen de achterpoten. De maden die hier uitkomen eten zich binnen 4 uur een weg naar binnen. Zonder snelle behandeling kan een konijn hierdoor binnen twee dagen sterven. Ga daarom naar de dierenarts indien u een maden besmetting vermoed!
Je herkent de maden bij je konijn als kleine, bewegende, wormachtige witte beestjes, meestal op het achterwerk. De konijnen worden vaak erg stilletjes, stoppen met eten en gaan erg stinken.
Preventie
Kijk je konijn goed na op wondjes en aangekoekte urine en ontlasting. In de warme maanden minimaal dagelijks. Maak het hok/wc dagelijks schoon en houdt deze droog. Was het achterwerk van het konijn indien nodig. Hiervoor kun je je konijn met zijn billen in een bak warm water zetten. Eventueel kan een babyshampoo gebruiken, maar spoel deze dan goed uit zodat alle zeepresten verdwijnen. Droog het konijn daarna heel goed af.
Ook is het goed je konijn in de warme maanden preventief te behandelen met een anti vliegen spray, deze is bij ons verkrijgbaar bij de balie.
Maagdarm problemen
Maagdarm problemen bij konijn komen vaak voor. Het maagdarmstelsel van konijnen is erg gevoelig voor veranderingen. Ook kunnen konijnen niet braken en is hierdoor gevoelig voor darmverstoppingen. Oorzaken zijn onder andere gebitsproblemen, verkeerde voeding (te weinig hooi, te veel suikers), stress of een verstopping door iets verkeerds te hebben gegeten.
Afwijkende ontlasting komt vaker door voedingsproblemen dan dat een konijn echt diarree heeft. Soms kan afwijkende ontlasting of diarree wel een andere oorzaak hebben, zoals een worminfectie.
We zien bij konijnen vaak een ‘stille darm’ (ileus), hierbij gaat maakt het darmkanaal veel te weinig bewegingen of ligt zelfs helemaal stil. Het konijn wordt vaak erg sloom, stopt met eten en het valt op dat het (bijna) gestopt is met keutelen of erg kleine keutels heeft.
Ook een ‘gasbuik’ (of trommelzucht/tympanie) komt vaak voor. Door een verandering in het maagdarmstelsel kan er te veel gas geproduceerd worden door bacteriën, met een gasbuik als gevolg. Een konijn met een gasbuik zal sloom worden, stoppen met eten, heeft vaak een dikke opgezette buik, stopt met keutelen en kan erg pijnlijk ogen, soms met tandenknarsen.
Bij alle maagdarm problemen bij het konijn geldt; indien er niet snel gehandeld wordt gaat het konijn snel achteruit en zal sterven.
Blaasproblemen
Het konijn is van nature een schoon en zindelijk dier. Normale urine van een konijn is gelig tot lichtbruin van kleur en licht troebel. Rodere urine kan wijzen op bloed in de urine, maar door voeding kan de urine van een konijn ook verkleuren.
Klachten van blaasproblemen zijn dan ook ‘onzindelijkheid’, het konijn plast door het hele hok in plaats van op zijn/haar ‘toilet’. Vaker kleine plasjes, soms is de urine anders van kleur en vaak is de achterhand vies en nat.
We starten bij dit soort problemen met een urineonderzoek om te kijken of er sprake is van een blaasontsteking. Soms kunnen de klachten ook komen doordat het konijn te veel drinkt en plast, dit kan onder andere nierproblemen of e. Cuniculi als oorzaak hebben.
Soms hebben we een röntgenfoto nodig om de oorzaak te achterhalen. Hiermee kunnen we goed zien of er sprake is van een blaassteen of blaaszand.
Een konijn dat last heeft van stenen of blaaszand krijgt te veel calcium binnen, bij een overmaat wordt dit calcium uitscheiden via de nieren en komt dit in de urine terecht en gaat problemen geven. Vaak komt dit door verkeerde voeding.
Bij een konijn met ernstig blaaszand zal de blaas gespoeld moeten worden, krijgt het konijn medicatie en moeten er daarna maatregelen genomen worden om minder calcium binnen te krijgen.
Een konijn met een blaassteen zal helaas een operatie moeten ondergaan om deze blaassteen te verwijderen.
Besmettelijke snot
Besmettelijke snot of rhinitis wordt meestal veroorzaakt door de Pasteurella bacterie, maar soms komen ook andere bacteriën voor.
Vaak is het een aandoening die gezien wordt bij fokkers of huishoudens met veel konijnen. De bacteriën zijn meestal secundair aan andere oorzaken, zoals huisvesting, veel tocht en stof.
Het wordt bijvoorbeeld vaak gezien bij konijntjes die net van de fokker vandaan komen, soms hebben alle konijntjes dit, soms maar een enkele.
Indien een behandeling geen verbetering geeft is het beter om verder te gaan kijken door middel van rhiniscopie, dan kijk je met een camera in de neus. Een onderzoek gedaan door Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht wees uit dat in 40% van de gevallen alleen snot werd gevonden en dit door een bacterie veroorzaakt was. In de andere gevallen was er bijvoorbeeld een vreemd voorwerp gevonden, een abces, een kieswortelprobleem, een tumor of een ontsteking van de holtes (sinusitis).
Afspraak maken

Van de Reijtstraat 21
4814 NE Breda
Ma t/m vr: 8:00 - 19:00 uur
Zaterdag: 8:00 - 12:00 uur